Blanco scherm. Inlognaam en wachtwoord goed ingevuld, zeker weten. Toch, blanco scherm. Het computersysteem loopt weer eens vast. Anno 2019 functioneert een ziekenhuis naar behoren dankzij een electronisch patientendossier (EPD). Of functioneert het “ondanks “ het EPD vraag ik me hoofdschuddend af.
Een andere computer proberen, je weet maar nooit. Helaas, blanco. Van achter een deur hoor ik de secetaresse luidkeels mopperen. Mijn doktersassistente kijkt verward om zich heen. En twee polikamers verderop komt een rood aangelopen collega tevoorschijn met de stoom uit zijn oren. Het lijkt niet aan specifiek mijn inlognaam te liggen.
Deze algehele consternatie op de werkvloer doet me besluiten de ICT helpdesk niet te bellen. Die worden naar alle verwachting op dit moment plat gebeld door het gehele ziekenhuis.
Als in een ijlende koortsdroom doemen beelden op van minimaal 50 tot leven gekomen telefoons, gevuld met de schreeuwende stemmen van gefrustreerde collega’s. Ik voel een licht medelijden opkomen. Waar in het ziekenhuis zit de ICT helpdesk eigenlijk? Vast ergens in de kelder, arme zielen.
Misschien moet ik ze een keer opzoeken en chocolaatjes meenemen, als dank voor die keren dat ze mijn computer weer aan de praat kregen. Het voornemen krijgt een plaatsje op mijn to do list. Prioriteit: niet heel hoog.
Er zijn 10 minuten voorbij, nog een keer inloggen levert weinig verandering op. Ik kijk naar het lijstje met uitgeprinte namen aan de muur. Polipatienten die ik geacht wordt deze ochtend te zien, te horen, te onderzoeken beter te maken. Wrang genoeg zorgt dit eenzame analoge papiertje ervoor dat de hoeveelheid te verrichten werk onverminderd zichtbaar blijft.
Starend naar de eerste naam probeer ik me te herinneren welke cardiale ziekte ze ook alweer had. Gisteren heb ik het nog gelezen tijdens het voorbereiden van mijn poli, 19 patienten. Was het boezemfibrilleren? Of toch een hartinfarct?
Wil ik dan liever terug naar de jaren waarin alles uitgeprint was en op papier?
Naar het tijdperk waarin je aan de dikte van de status kon afleiden hoe uitgebreid de voorgeschiedenis van een patient was.
Waarin brieven getypt werden door ’typdames’ aan de hand van vol gemompelde mini cassettebandjes (en waar ik altijd aan het einde een mop insprak, al dan niet grappig).
Waarin ik ’s nachts met een zaklamp over de poli dwaalde, op zoek naar de verdwenen status van een patient die nu op de spoed eisende hulp lag.
De tijden waarin ik het afgesproken beleid probeerde te herleiden uit de geschreven notities van een collega en waarbij ik me afvroeg waarom deze cardioloog plots in morse was gaan schrijven.
Nee, naar deze tijden willen we niet meer terug.
Het EPD heeft echt heel veel verbetering gebracht, we kunnen niet meer zonder. En dat laatste is ook direct het probleem.
Ik ga nog maar een kopje koffie halen en geniet van dit momentje ongeplande rust.