Ik denk te weten wat mensen in de spreekkamer van mij willen horen.
En hoe ik dat het beste kan brengen.
Maar heb ik het bij het juiste eind? Begrijp ik wat ze willen en kan ik dat ook geven?
Tijdens mijn studie geneeskunde werd ruimschoots aandacht besteed aan communicatietraining. Toen ik ging werken als arts gooide ik hier in de loop der jaren een eigen sausje overheen bestaande uit mijn persoonlijkheid en toenemende werkervaring.
Et voila: een format dat past bij mij als dokter en dat zich ook houdt aan het tijdslimiet van gemiddeld 10 minuten. (Vooruit, 15 minuten, mijn spreekuur loopt meestal uit). Maar past het ook bij mijn patiënten?
Tijd voor een kleine officieuze steekproef.
In ongeveer 2 x 140 tekens vroeg ik aan mijn Twitter vrienden, welke informatie zij essentieel vinden om te krijgen van een arts. Een verzoek erbij om te retweeten, en afwachten maar.
De eerste vraag die bij mij oprees bij alle reacties was: welke mensen reageren zoal op mijn verzoek?
Aan de hand van profielen probeerde ik hier een beeld van te krijgen. Niet te doen bleek.
Een profiel met beroep, burgerlijke status en hobby’s is nog wel te volgen. Maar bij enkel icoontjes onder een Twitter naam gaan mijn gedachten op de loop en ben ik zo een uur verder met fantaseren wat voor iemand dit is.
Ik besloot de selectiebias van mijn Twitterbubbel te accepteren, pakte een kop thee en begon de reacties te lezen.
Ik las verhalen van over ziektegeschiedenissen waar de boosheid vanaf spatte, waar het verdriet en machteloosheid in doorklonken. Maar ook positieve ervaringen en tevreden verhalen. Er waren nuchtere en korte opsommingen, dit wel, dit niet. Tips en trucs. Verzoeken om een beetje zwarte humor bij het verhaal.
Verrast als ik was door al deze verschillende reacties raakt ik door deze diversiteit wel het spoor een beetje bijster. Mijn beeld van wat mensen willen horen van de arts bestond nu uit een kakofonie van tips. En wat doe ik als ik het overzicht verlies, dan gaat alles in Excel!
In nette rechte kolommen en rijen werden de reacties verdeeld in enkele hoofdthema’s
“Uitleg over de ziekte” was te verwachten koploper, waar veel opmerkingen bij thuis hoorden.
Ook de combinatie “eigen regie” en “shared decision” leek te kloppen.
Maar waar laat je “onderbuikgevoel”? En “eerlijkheid”?
Eerlijkheid? Ja, dat laatste woord kwam een aantal keer voorbij. Eigenlijk best vaak.
En daar schrok ik van. Niet dat mensen eerlijkheid wensen, maar dat het blijkbaar niet als vanzelfsprekend wordt gezien.
Voor mijn gevoel ben ik altijd eerlijk tegen mijn patienten. Maar ervaren zij dit ook zo? Lopen er echt mensen mijn speekkamer uit met de gedachte dat ik gelogen heb?
En wat is eerlijkheid? Staat het gelijk aan volledigheid? De waarheid? Of komt hier dat buikgevoel om de hoek kijken?
Ik vertel soms niet alles. Bewust.
Niet alle bijwerkingen van medicijnen, als het gaat om uitzonderingen (wel eens de bijsluiter van paracetamol gelezen?).
Ben ik dan niet eerlijk?
Niet alle potentiele scenario’s, omdat ze op basis van mijn medische inschatting niet relevant zijn voor de persoon tegenover me.
Lieg ik dan?
Ik denk dat er van mij als arts verwacht mag worden dat ik van alle informatie die er beschikbaar is, dat deel bespreek dat relevant is. Relevant voor die persoon, voor die patient, voor dat ziektebeeld. Die informatie zal nooit volledig zijn. Dat is onmogelijk. Als het maar juist, en voldoende is.
De vraag blijft: Vinden mijn patienten dat ook?
Misschien moet ik een nieuwe Twittervraag stellen.
Daar heb ik maar 19 tekens voor nodig: Wat is eerlijkheid?
Hoi Tamara,
Veel bedrijven hebben een AED hangen. Wat doet een AED eigenlijk precies. Legt hij eerst het hart stil en geeft daarna een stroom/spannings-impuls of wacht hij of het hart nog enigzins reageert en geeft daarna een impuls.
Is een cardioversie een soortgelijk iets of is dat iets heel anders?
Beste Aad,
Dank je voor je goede vraag. Hier is vaak veel onduidelijkheid over. En dat is ook wel begrijpelijk.
Eerst wat betreft de termen:
– Een cardioversie is de actie waarmee het afwijkende hartritme wordt omgezet in een normaal hartritme (sinusritme)
– Een AED is een apparaat waarmee een dit gedaan kan worden.
In het ziekenhuis hebben we ook dit soort apparaten, maar die heten dan geen AED maar een defibrillator. Ze werken net anders, maar het doel is hetzelfde, het herstellen van het hartritme.
De werking van een AED
Een AED werkt alleen als er sprake is van een hartstilstand door een ritmestoornis (ventrikelfibrilleren of ventrikeltachycardie). Oftewel, er moet nog een elektrisch signaal zijn in je hart.
Je kan namelijk ook een hartstilstand hebben doordat er helemaal geen elektrisch signaal meer is (asystolie). In dat geval kan een AED niks doen.
Vergelijk het met het resetten van je computer: Als je computer vast loopt, kan je op de reset knop duwen in de hoop dat dit helpt. (zoals de AED bij een ritmestoornis)
Als je computer al uit staat, kan je op de reset knop duwen wat je wilt, maar er zal niks gebeuren (zoals bij een asystolie)
De AED stuurt een stroomstoot door het hart, waardoor alle cellen tegelijk elektrisch stil komen te liggen. Hierdoor dooft de chaotische ritmestoornis die er was ook uit. Hierna kunnen de cellen weer volgens de normale route elektrische prikkels krijgen (vanuit de sinusknoop)