Twee belangrijke principes om te onthouden bij zout en bloeddruk:
- Weefsels willen altijd een constante bloedflow (Q) hebben.
Het lichaam kan dit regelen door
1. centraal de cardiac output te veranderen of door
2. lokaal de weerstand in de bloedvaten (R) te veranderen.
Hierbij wordt de formule Q = P / R gevolgd. - Het lichaam wil de concentratie zout in het bloed constant houden.
Als je meer zout eet, gaat het lichaam meer vocht vasthouden om de concentratie zout niet te veel te laten stijgen.
Het vasthouden van vocht gebeurt door het dorstcentrum te stimuleren (je gaat meer drinken) en door meer anti diuretisch hormoon (ADH) af te geven (je gaat minder plassen).
Dit extra vocht zorgt voor een hogere preload (= het aanbod van bloed aan het hart), waardoor de cardiac output omhoog gaat (Frank-Starling principe).
Dit is de eerste reden waarom de bloeddruk stijgt.
Door deze extra cardiac ouput, gaat de flow in de weefsels omhoog.
Dit willen de weefsels niet, en zullen daarom de bloedvaten naar de weefsels gaan dichtknijpen (vasoconstrictie).
Dit is de tweede reden waarom de bloeddruk stijgt.
In onderstaande illustratie staat dit nog een keer beschreven.